LEGCOMBIO: Meerwaarde door duurzame combinaties van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee

In een dichtbevolkte regio als Vlaanderen wordt de druk op de open ruimte steeds groter. Hierdoor wordt gezocht naar manieren om meer te produceren op eenzelfde oppervlakte. Tegelijkertijd stijgt de bezorgdheid over de impact van intensieve landbouwpraktijken op het milieu en op dierenwelzijn. In dit project werd onderzocht hoe de efficiëntie en duurzaamheid gemaximaliseerd kan worden door het doordacht combineren van een meerjarige, plantaardige teelt in de uitloop van (biologisch) pluimvee.

1 + 1 = 3 ?

In een uitloop kunnen meerjarige teelten aangeplant worden die louter dienen als beschuttingselement voor de kippen. Om echter van een efficiënt gemengd productiesysteem te spreken, kan de teelt ook vermarkt worden: denk aan hout-, biomassa-, noot- of vruchtproductie, of een combinatie ervan. Daarnaast kunnen kippen ook in een bestaande plantaardige teelt nuttig zijn om plaaginsecten en onkruiden te beheersen of afgevallen vruchten te ruimen.

Om een optimaal gemengd systeem te bekomen moet negatieve impact geminimaliseerd worden. Wanneer de kippen zich niet uniform over het perceel verspreiden of dichtbij de stal blijven, zal de lokale accumulatie van mest leiden tot hoge concentraties stikstof en fosfor in de bodem en kan bodemcompactie optreden. Plassen die hierdoor ontstaan kunnen een broeihaard zijn voor bacteriën en leiden tot meer pootaandoeningen.

Langetermijnproef ILVO

We onderzochten de invloed van weersomstandigheden, opfokmethode en type aanplant (hazelaars op gras vs. korteomloophout met wilgen) in de uitloop op het gebruik door leghennen. De kippen gebruikten de beschutting die het korteomloophout bood vooral wanneer de temperatuur opliep. Onafhankelijk van het weer bleven ze het vaakst nabij de stal. Concreet bleek de vegetatie nuttiger dan het gebruik van een dark brooder (een donkere warme ruimte bij opfok) om angst te overwinnen en zo uitloopgebruik te stimuleren.

De voorkeur van de kippen voor het korteomloophout werd ook vastgesteld in de bodem (hoger nitraatresidu, organisch koolstofgehalte nabij de stal, fosfor- en kaliumgehalte). Nabij de staluitgangen hadden de kippen een negatieve impact op de bodem: het regelmatig(er) verplaatsen van de mobiele stallen en het periodiek verversen van een strooisellaag is er aangeraden.

De invloed van de leghennen op groei, opbrengst en kwaliteit van de teelten bleek beperkt. Uit dit gemengd landgebruik kon een goede oogst en dus een extra inkomen en/of diversifiëring verkregen worden.

Aan de praktijk getoetst

De invloed van vleeskippen in een bestaande kleinfruit aanplant (kiwibes) werd op het bedrijf O’Bio geëvalueerd. Tijdens een 1ste proefronde werd waargenomen dat de kippen niet uniform gebruik maakten van de uitloop maar ze vooral rond het hok bleven. Dit zorgde er voor wortelschade bij de kiwibesplanten en zeer hoge minerale stikstofgehaltes in de toplaag van de bodem. De kippen konden rond het hok de onkruiddruk beperken, maar verder in de uitloop was er geen invloed.

Om het gebruik van de uitloop te stimuleren werd in een 2de proefronde de afstand tussen de drinkwatervoorziening in de uitloop en het hok systematisch vergroot. Dit had een gunstig effect op het uitloopgebruik, en zorgde voor een gelijkmatigere spreiding. De minerale stikstofgehaltes waren beduidend lager, maar ook hier stelden we een moeilijk te vermijden piek in minerale stikstof vast nabij de (opening van de) mobiele hokken. Daarnaast was er ook meer uitgesproken wortelschade in de volledige uitloop.

Alle resultaten en bevindingen uit het project zijn na te lezen in een uitgebreide samenvatting en het eindrapport van het project.

Meer informatie?